Vanuit Knysna zijn we de Kleine Karoo ingereden. Dit is een gebied dat geheel omgeven is door bergen en miljoenen jaren geleden een zee was. Nu is het een halfwoestijn waar slechts 250 mm regen per jaar valt en waar o.a. veel verschillende vetplanten voorkomen. Het gebied is bekend om zijn vele struisvogelboerderijen en grotten. Natuurlijk hebben we een struisvogelboerderij bezocht waar we uitleg kregen over deze dieren, hun eigenschappen en de vele produkten die hiervan worden gemaakt. Het meest bekend zijn de struisvogelveren en het struisvogelleer. Maar ook het vlees van dit dier is niet te versmaden.
Voor de lunch zijn we naar een oud restaurantje gereden waar door de eigenaar werden ontvangen. We kregen 'bobotie' van struisvogel te eten. Bobotie is een traditioneel Zuid-Afrikaans gerecht, een soort gehaktbrood met rijst, zoete aardappel en chutney met een lekker wijntje erbij (zoals we inmiddels gewend zijn tussen de middag). Met als toetje melktaart. Erg lekker.
's Middags hebben we nog de Cango Caves, een druipsteengrot, bezocht voor een interessante rondleiding. Daarna zijn we naar ons hotel in Oudtshoorn gereden. We bleven ook hier maar 1 nacht, gezien de kwaliteit van dit hotel kwam dat goed uit.

Na het ontbijt zijn we zondag 6 november in de bus gestapt voor een lange tocht . Het doel was een mooie route naar Stellenbosch. Onze gids Nikki en chauffeur Gert hebben ervoor gezorgd dat we ons ondanks de lange reis van zo'n 500 km niet verveelden. De omgeving was prachtig, we zijn een aantal keren gestopt om een stukje te lopen, foto's te maken, een leuke koffiestop en een lekkere lunch. Ook zijn we via de bergpas van Franschhoek gereden met mooie uitzichten. Inmiddels zijn we gearriveerd in het Stellenbosch Lodge Hotel. Wat weer met 4 sterren is beoordeeld en dus weer de kwaliteit die we gewend waren.